Uitgesproken NUT

In deze rubriek bespreekt een NUT-lid drie opmerkelijke uitspraken i.v.m. taal die hij of zij de afgelopen maanden heeft gehoord of gelezen. Deze keer: Birgit Lijmbach, docent Nederlands bij het Talencentrum van de Rijksuniversiteit Groningen.

 

Uitspraak: Niet dat er te weinig vrijwilligers zijn, integendeel, het zijn er zoveel dat de boel even spaak loopt.
Waarzo: http://www.volkskrant.nl/opinie/mensen-je-eigen-taal-leren~a4171561/, een artikel van Margriet Oostveen
Hoezo: Je ziet het altijd in tijden van crisis: mensen die zich gaan inspannen om structureel goed beleid te formuleren en uit te zetten, anderzijds mensen die de mouwen oprollen en aan de slag gaan. En natuurlijk heel veel mensen daartussenin.
Deze keer, bij “de vluchtelingencrisis” zijn er ook veel aanmeldingen en ook vaak uit onverwachte hoek. Drukke zakenmensen, ouders van jonge kinderen – niet de mensen die zeeën van tijd over hebben en die je normaliter niet op de vrijwilligersvloer treft, althans niet in groten getale.
Dit vind ik goed nieuws. Zoveel mensen die anderen de hand willen reiken en hen het instrument willen aanreiken om een nieuwe start te maken: de taal.
En dan kunnen wij, professionals, wel de wenkbrauwen optrekken of zelfs de tenen krommen over de manier waarop dat soms gebeurt – het gebéurt, en daar gaat het om.

 

Uitspraak: Want daar wordt zij een vrouw, een moeder in een vreemde taal.
Waarzo: http://philipheylen.be/antwerpens-stadsdichter-bernard-dewulf-schreef-stadsgedicht-voor-kattyna-szysz-voor-het-nieuwe-red-star-line-museum
Hoezo: Een museum is ook een informatiedrager toch? Dan mag het ook in deze rubriek, hoop ik. In het museum Red Star Line in Antwerpen werd ik getroffen door een gedicht van de staddichter Bernard de Wulf, dat daar op een muur is aangebracht. Het gedicht is geschreven bij de foto van een meisje van een jaar of twaalf, dat braaf op een bankje zit te wachten, klaar voor de grote reis, de emigratie van Europa naar een ver, vreemd land aan de andere kant van de oceaan.

Voor Kattyna Szysz
Er staart iets groots in haar
naar het einde van het lange water.
Daar wacht een Canada.
Haar Polen heeft zij opgevouwen,
het zal haar kleden daar.
Want daar wordt zij een vrouw,
een moeder in een vreemde taal,
verzameld in twee levens,
altijd woonachtig aan de overkant
en staart wanneer het laat wordt
in de kamers van Canada
dagelijks nog iets groots in haar
naar het einde van het lange water.

Bernard Dewulf
© stadgedicht Antwerpen 2013

Het taal-zinnetje in dit gedicht trof me vooral: iets zo persoonlijks, zo dicht op de huid zittend als vader/moeder worden, zelfs die functie moet je in een andere taal gaan doen. Je eigen taal opgeven is echt een stukje van jezelf verliezen. En dit is wat de wereld zag en ziet gebeuren, bij elke migratiestroom, toen en nu.

Gaat dat zien – het museum – en kijk zeker even op de website voor de prachtige foto!

 

Uitspraak: Wie de wereldmarkt wil veroveren, moet goed Engels spreken.
Waarzo: http://www.volkskrant.nl/economie/wie-de-wereldmarkt-wil-veroveren-moet-goed-engels-spreken~a4193185/
Hoezo: Het is inmiddels wel een open deur, maar blijkbaar kan het niet vaak genoeg gezegd worden: wie mee wil spelen op het wereldtoneel, moet een (de?) wereldtaal spreken. Maar graag had ik hier het woord goed gecursiveerd of liever nog vet  gezien. Het valt me vaak op dat mensen zich aanvankelijk aardig redden met Engels, maar als er doorgevraagd en doorgepraat wordt, haken ze af, of blijven ze hangen in filmquotes.

 

(Birgit Lijmbach, Talencentrum, Rijksuniversiteit Groningen)