Henk Noorland werkt meer dan 25 jaar als NT2-docent voor het INTT (Universiteit van Amsterdam). In deze rubriek deelt hij opvallende teksten die hij de afgelopen jaren verzamelde.
Nadat ik naar Nederland was verhuisd, probeerde ik de eerste dagen de basiswoorden in het Nederlands te leren. Ik leerde bijvoorbeeld te zeggen: hoi, goedemorgen, hoe gaat het, hoe laat is het, doei, enzovoort. Ze waren mijn eerste woorden of zinnen in het land. Ik ontmoette eens op een dag een buurvrouw bij de ingang van ons gebouw. Met een grote glimlach op mijn gezicht, zei ik mijn eerste Nederlandse woord “goedemorgen”. Zij had een grotere glimlach en zij zei ook “goedemorgen”. Ik ging verder met een zin en ik vroeg “Hoe gaat het?”. Zij antwoordde me met “het gaat niet goed met me” en zij ging verder met andere zinnen “Daarom het…”. Ik begreep niets. Ik probeerde te zeggen dat dit alles was wat ik in het Nederlands wist maar zij luisterde niet naar mij. Ik dacht dat zij me een verhaal over onze lawaaierige buren vertelde want ik hoorde een paar woorden als buurman, huis, muziek, asociale, enzovoort. Toen ik me realiseerde dat ik haar niet kon onderbreken, begon ik mijn hoofd te schudden. Na bijna vijf minuten was ze klaar met haar verhaal. Ze zei “… en doei”. Ik antwoordde ook met “doei” en ging naar huis. Ik vertelde haar ten slotte een paar maanden geleden wat er gebeurd is. Zij was erg verrast en we lachten samen.
E.B.
November 2020
Niveau B1